Zonder officials geen autosport
Gepubliceerd op 6 maart 2024Sinds de successen van Max Verstappen trekt de Orange Army, het enorme supporterslegioen, wereldwijd de aandacht. In de Nederlandse autosport echter is er nog een andere ‘orange army’, waarvan de historie al veel langer teruggaat: de Officials Club Automobielsport, kortweg OCA. Voorzitter Erik Weijers laat er geen enkel misverstand over bestaan: ‘De OCA is voor het circuit van levensbelang.’
Ze komen in actie bij incidenten op de baan, ze waarschuwen rijders met vlag- of lichtsignalen, ze zorgen ervoor dat deelnemers hun juiste positie op de startopstelling innemen, ze waarborgen de veiligheid en de correcte gang van zaken in de pitstraat, en tegelijkertijd zijn ze in de bevoorrechte positie om de actie van nabij te kunnen meemaken. ‘Alleen de rijders komen er nog dichterbij, maar verder niemand,’ zegt Erik Weijers lachend als we spreken over de taken van de officials.
De OCA is opgericht in 1962 en is daarmee naar alle waarschijnlijkheid de oudste
officialsclub in de wereldwijde autosport. In 1974 werd, naar aanleiding van het dodelijke
ongeval van Roger Williamson tijdens de Grand Prix van 1973, de OCA uitgebreid met een
zogeheten ‘rescuegroep’ voor snelle interventies bij ongevallen op de baan. De oranje
BMW’s waren jarenlang een vertrouwd gezicht op het circuit. Sinds eind jaren tachtig zijn
de Nissan pick-ups in gebruik, inmiddels al in de derde generatie.
‘Tot 2015 was de OCA een vereniging met een bestuur dat werd gekozen vanuit de leden, maar mede om de continuïteit en stabiliteit wat meer te waarborgen, is er in 2015 in goed overleg met het toenmalig bestuur besloten om er een stichting van te maken,’ vertelt Weijers. ‘De OCA is voor het circuit echt van levensbelang, want zonder die mensen kunnen er geen evenementen georganiseerd worden. Dus het is ook belangrijk dat het circuit op de ondersteuning van de OCA kan rekenen en kan blijven rekenen.’
‘Het is overigens niet zo dat de leden geen inspraak meer hebben, we luisteren heel
intensief naar wat er onder de leden leeft en ze hebben meerdere kanalen om hun
ideeën en wensen naar voren te brengen,’ vervolgt Weijers. Als voorzitter wordt hij in het
bestuur bijgestaan door Ria Waterreus en Han ten Tuynte, die het grootste deel van het
organisatorische op zich neemt.
Bij de officials wordt er onderscheid gemaakt in twee hoofdgroepen: baanofficials en officials voor paddock, pitstraat en startopstelling. ‘Daarbij zijn er vier zogeheten HBO’s, hoofdbaan-officials, en twee hoofd-paddock/startopstelling-officials. Die doen ongelooflijk veel voorbereidend werk in de aanloop naar evenementen, dat is zeer waardevol,’ benadrukt de voorzitter.
Waar andere verenigingen en organisaties vaak moeite hebben om voldoende vrijwilligers te vinden om activiteiten te kunnen doorvoeren, is er bij de OCA van zo’n situatie geen sprake. Weijers: ‘In totaal waren er vorig jaar zo’n vijfhonderd officials tijdens de evenementen actief, dat is een prachtig aantal waarop we trots zijn. Je ziet dat sinds de terugkeer van de Formula 1 naar Zandvoort de belangstelling om actief te worden binnen de OCA flink is toegenomen. Daarnaast is er sprake van een flinke verjonging binnen het vrijwilligersbestand, zodat we ook de toekomst met veel vertrouwen tegemoet zien. Wie de indruk mocht hebben dat autosport alleen voor mannen is: de OCA bewijst het tegendeel, want bij ons zijn veel vrouwen actief, zij vormen ongeveer een derde van ons vrijwilligersbestand. We zijn een zeer divers gezelschap.’
Wie interesse heeft om deel te nemen aan de activiteiten van de OCA, kan zich aanmelden via de website, waarna een introductieweekeinde volgt. De eerste dag is er veel uitleg over de OCA en de activiteiten, de tweede dag krijgen de geïnteresseerden inzicht in de praktijk door ook langs de baan, in de pitstraat en in de paddock mee te kijken. “Ze krijgen alle disciplines te zien, zodat ze een goede indruk krijgen”, vertelt Weijers. “Dan volgt een opleiding, waarbij deelnemers de keuze moeten maken of ze baanofficial danwel paddock-/pitlane-official willen worden. De opleiding bestaat uit in totaal tien aanwezigheidsdagen, waarbij dat aantal indien nodig soms wat kan worden uitgebreid. Daarna kunnen ze op voor het examen bij de KNAF. Bij een positieve beoordeling van de hoofd-postleiders krijgen ze hun licentie, waarmee ze volwaardig official zijn. Ook daarna gaat de opleiding door: elk jaar houden we in februari trainingsdagen, waar speciale aspecten als bijvoorbeeld vuurtraining of afsleeptraining onderdeel van het programma zijn. Deelname aan deze dagen is voor alle officials eenmaal in de twee jaar verplicht.’
Nederlandse officials bij grote buitenlandse races zijn ook al jaren een vertrouwd gezicht,
of het nu gaat om beroemde lange-afstandsraces als de 24 Uur van Le Mans of de 12
Uur van Sebring, of bijvoorbeeld wedstrijden van de Amerikaanse IndyCar Series. ‘Dat
ondersteunen wij natuurlijk van harte,’ zegt Weijers. ‘Voor de inzet als official in het
buitenland moet je autorisatie aanvragen bij de KNAF, dat verloopt ook via de OCA.’
Naast de inzet rondom het circuit is bij de OCA ook het sociale aspect van groot belang,
zo onderstreept de voorzitter. ‘Dat begint al ’s ochtends vroeg in het clubhuis, waar mensen zich melden, een kop koffie kunnen drinken en hun lunchpakket voor die dag krijgen. Na afloop kunnen ze daar ook terecht voor een drankje en als het later geworden is, zorgen we ook voor een warme maaltijd voordat ze naar huis vertrekken. OCA-vrijwilligers kamperen ook vaak samen tijdens de evenementen, er wordt alles aan gedaan om het voor iedereen zo gezellig en plezierig mogelijk te maken. Dat vertaalt zich ook in een enorme loyaliteit: er zijn leden die al meer dan vijftig jaar aan de club verbonden zijn. Wie er eenmaal bij zit, blijft over het algemeen lang actief. Soms zie je dat mensen tijdelijk stoppen, bijvoorbeeld als gezin of werk meer tijd vragen, maar vaak keren ze dan na een aantal jaren ook wel weer terug. Bij veel mensen zit de OCA echt in het bloed, en daar zijn we natuurlijk erg blij mee, want die mensen zorgen ervoor dat er kan worden geracet.”