Skip to content
flag NL
75 jaar Circuit Zandvoort

Toine Hezemans: 'Vroeger kon alles'

Gepubliceerd op 12 juli 2024

Met zijn drie titels in het Europese toerwagenkampioenschap en in het GT Kampioenschap, begin jaren zeventig, behoort Toine Hezemans tot de elite van de Nederlandse autosport. Hij leerde racen van zijn vader Thieu en heeft het stokje inmiddels doorgegeven aan zijn drie zoons, Mike, Loris en Liam. ‘Ze hebben alle drie talent, ze gaan alle drie hard.’

Het moet in 1952 of 1953 zijn geweest dat Toine Hezemans voor het eerst op Circuit Zandvoort kwam. Zijn vader Thieu (1915-1985) was een van de topcoureurs van Nederland. Aanvankelijk met een eigenbouw-Porsche die al snel de bijnaam Strijkijzer kreeg, en later met een Porsche 550 Spyder, waarmee hij het in de jaren vijftig door heel Europa opnam tegen de grote coureurs uit die tijd. ‘Als kind vond ik het fantastisch’, vertelt Toine. ‘Met het hele gezin reden we naar Zandvoort, waar we in het oude Hotel Bouwes sliepen. Het was de tijd dat er veel jonkheren en andere rijke mensen op het circuit rondliepen. Wij vielen een beetje uit de toon. Wat komt die autohandelaar uit Eindhoven hier doen, dachten ze.’

Dat geluid verstomde snel. Thieu dwong veel respect af met zijn prestaties. Toine herinnert zich het uurrecord dat zijn vader in 1955 vestigde, met de Motorkracht Special Prototype, een eigenbouw-sportwagen met 1,5 liter fabrieksmotor van Porsche. ‘Als ik foto’s uit die tijd zie, komen die herinneringen allemaal weer boven. Ook aan Carel Godin de Beaufort, die door mijn vader met de internationale autosport in aanraking kwam en samen met mijn vader de 24 Uur van Le Mans reed.’

Na zijn racecarrière opende Thieu in Vaals de eerste kartbaan van Nederland, of skelterbaan, zoals het toen nog werd genoemd. Daar leerde Toine de fijne kneepjes van het racen, zoals zovele jonge coureurs na hem. Zijn debuut op Zandvoort maakte Toine in 1965, met een 1000cc Abarth die hij van Ed Swart had overgenomen. ‘Ze zeiden dat ik het eerst maar eens met een 800cc Abarth moest proberen, maar daar heb ik gelukkig niet naar geluisterd.’ Hij won vier van zijn eerste vijf races en werd meteen kampioen in Groep 2 van het Nederlands toerwagenkampioenschap. Het was het begin van een glorieuze periode. De oude Carlo Abarth bood hem een fabriekscontract aan, waarna een zegetocht begon die, na zijn overstap naar Alfa Romeo, leidde tot een lange erelijst: twee Europese titels in de toerwagens, in 1970 en 1971, een titel in de GT’s, de winst in de Targa Florio op Sicilië in 1971, de winst in de 24 Uur van Daytona en tot drie keer toe de overwinning in de 24 Uur van de Nürburgring.

Wilde jaren

Er is veel veranderd sinds de hoogtijdagen van Hezemans. Met enige weemoed denkt hij terug aan de tijd dat hij daar racete met mannen als Gijs van Lennep, Ben Pon, Wim Loos en Ab Goedemans. ‘Tegenwoordig is het natuurlijk fantastisch geregeld tijdens de Dutch Grand Prix. Je stond destijds uren in de file. Dat is niet meer. Maar de Nederlandse autosport leefde destijds meer dan nu. Er was veel publiciteit, alle kranten publiceerden over onze races. Dat is nu echt anders. Wat me opvalt als ik oude foto’s van de races met Porsche op Zandvoort bekijk, is dat de tribunes in onze tijd altijd vol zaten.’

Het waren wilde jaren. Met grote regelmaat laadde Hezemans ’s ochtends zijn auto op een trailertje, om met een paar vrienden de hele dag in de rondte te gaan op het circuit. Met vrienden als Ben Pon en Tonio Hildebrand had hij na zo’n dag trainen de grootste lol. Er was altijd ruimte voor gekkigheid. Achteruitrijden, de Crazy Races die hij zelf organiseerde. ‘Vroeger kon alles.’

Samen met Anton Keizer bedacht hij in 1969 een race voor de ‘lopende sloop’. Ze kochten een aantal sloopauto’s, waarna de deelnemers voor drie tientjes een contactsleuteltje kregen. Als ze de bijbehorende auto hadden gevonden, konden ze van start over een parcours in de buurt van het café van Mien Pils bij het Eurocircuit Valkenswaard. Het bleek een doorslaand succes. ‘Alle coryfeeën uit die tijd deden mee, zelfs Rob Slotemaker was er. Met 25.000 mensen die een tientje toegang betaalden, hielden wij er ook nog iets aan over. Mijn oom had een takelbedrijf, hij verzorgde het startschot door een Volkswagen van tachtig meter hoogte op de grond te laten vallen. Het was een groot avontuur, totdat de KNAF ingreep.’

Tegenwoordig is het natuurlijk fantastisch geregeld tijdens de Dutch Grand Prix
Toine Hezemans

De volgende generatie

Niet dat Hezemans zich na zijn actieve racecarrière alleen bezighield met dit soort grappen. Hij was een van de drijvende krachten achter de kortstondige Formula 1-carrière van Boy Hayje. In 1975 bracht hij Hayje een aantal keren aan de start in de Formula 5000, waarna hij met sponsor F&S Properties in 1976 de oude Penske PC3 van John Watson kocht – en kort daarop, met een kleine winst weer verkocht. En zoals zijn vader Thieu met zijn kartbaan aan de basis van de carrière van Toine stond, is Toine steeds nauw betrokken geweest bij de carrières van zijn zoons. Eerst Mike, die een glanzende carrière had in de FIA GT1 en tegenwoordig in de Verenigde Staten woont. Vervolgens Loris, die kampioen werd in de EuroNascar, zijn debuut maakte in het Amerikaanse Nascar-kampioenschap en nu GT3 rijdt. En sinds kort ook Toine’s derde zoon, Liam. ‘Liam werd in zijn eerste seizoen EuroNascar 2 meteen kampioen. Ze hebben alle drie talent, ze gaan alle drie hard.’

‘We zijn nu bezig met historisch racen. De Lotus Elise GT1 waarmee Mike en Jan Lammers in 1997 op Le Mans hebben gereden, toen wij het team hadden overgenomen, hebben we helemaal opgeknapt. Mike en Loris hebben ermee op Paul Ricard gereden en gaan Le Mans Classic rijden. Misschien dat we met die auto wel weer eens naar Zandvoort komen. Dat zou een mooie afsluiter zijn, bijna zestig jaar nadat ik er mijn debuut heb gemaakt.’

Schermafbeelding 2024 06 04 om 11 37 30
Huldiging na de Formula Libre, met onder andere Toine Hezemans, Ed Swart, Arie Ruska en wedstrijdleider Jaap Zwart.

Partners van Circuit Zandvoort

Meer over onze partners