‘Doorontwikkeling Circuit kwam in een snelkookpan'
Gepubliceerd op 15 maart 2024Robert van Overdijk is bijna zes jaar algemeen directeur van Circuit Zandvoort. Hij zag een gepassioneerde organisatie die puur gericht was op de autosport veranderen in een professioneel bedrijf dat meerdere markten kan bedienen.
Op Circuit Zandvoort was Robert van Overdijk voor 2017 nooit geweest. Met sport had hij veel, maar niet per se met de autosport. Toch zag hij al tijdens zijn eerste gesprek met een aantal van de nieuwe eigenaren een enorme potentie voor het circuit. Niet als soort attractiepark als in Abu Dhabi, wat ook werd geopperd, wel als een venue dat naast de autosport veel breder gebruikt kon worden, waaronder voor zakelijke evenementen.
Daar ligt ook zijn expertise. Tien jaar was Van Overdijk bij Libéma directeur Beurzen & Evenementen, en professionaliseerde vanuit die rol de exploitatie van locaties met een rijke geschiedenis. Zoals de Brabanthallen, die in de jaren dertig van de vorige eeuw neergezet werden als veemarkthallen, maar tegenwoordig een concert-, beurs-, congres- en feestaccommodatie zijn, maar ook de thuisbasis voor het paardensportevent Rolex Grand Slam of Showjumping. Of neem safaripark Beekse Bergen, dat werd geopend in 1968 als leeuwenpark, maar nu een populaire locatie is binnen de zakelijke markt voor vergaderingen en congressen en waar vele grote festivals en dance events worden georganiseerd.
Iconische naam
‘Het was voor mij snel duidelijk dat we gebruik moesten maken van het DNA en de rijke heritage van het circuit, namelijk de historie in de Formula 1 en de iconische naam die Zandvoort heeft binnen de internationale autosportwereld,’ zo stelt Van Overdijk nu. ‘In de autosport heeft het circuit een zeer rijke geschiedenis. Het ligt in een regio waar veel te doen is, aan het strand, tussen de duinen en dicht bij een historische stad als Haarlem. Daarnaast is er een goede treinverbinding met Amsterdam en Schiphol. Dat zijn allemaal onderscheidende elementen waar de zakelijke markt juist naar op zoek is.’
Als Van Overdijk in 2017 op een grauwe zaterdagochtend in november met zijn zoon naar het circuit gaat en ziet dat het geheel er ‘redelijk triest’ bijligt, zoals hij in zijn voorwoord in dit magazine al stelt, sterkt hem dat juist in het idee dat Circuit Zandvoort de zakelijke markt moet gaan omarmen. ‘Het circuit floreerde al in de zonnige periode, tussen april en september, met de vele autosportevenementen. In de overige maanden was er echter haast geen economie en lag het terrein er verlaten bij. Het voordeel van de zakelijke markt is dat deze zich juist afspeelt in de periode tussen september en mei. De leisuremarkt en zakelijke markt wisselen elkaar dus prachtig af, waardoor de exploitatie van het circuit niet meer seizoensgebonden zou zijn, maar jaarrond.'
Belangrijk voor de regio
Van Overdijk ziet voor het circuit een belangrijke rol weggelegd als het gaat om het doorontwikkelen van het dorp. ‘Als wij op het circuit veel zakelijke activiteiten ontplooien, profiteert het dorp daar ook van. De bedrijven die komen, willen na hun activiteit in een goed restaurant eten, en dus niet alleen maar schnitzel en friet, en daarna wellicht in een goed hotel overnachten. Daar moet de horeca in Zandvoort op gaan inspelen. Wij willen absoluut die voortrekkersrol op ons nemen. Ik merk dat de ondernemers in Zandvoort dat idee omarmen. Er is, zeker door de komst van de Formula 1, veel geïnvesteerd. Zandvoort oogt al frisser. Maar we zijn er nog niet. Buiten kijf staat voor mij nog steeds dat Zandvoort zogeheten unique selling points heeft die geen enkele badplaats heeft. Dat moeten we met zijn allen in Zandvoort uitnutten.’
Cultuuromslag
Het aantrekken van de zakelijke markt zorgt ook binnen Circuit Zandvoort zelf voor een professionaliseringsslag. Als Van Overdijk in maart 2018 als algemeen directeur begint, ziet hij zich vooral omringd door veel gepassioneerde autosportliefhebbers, mensen die soms al tientallen jaren op het circuit rondlopen. De expertise om de omslag te maken naar een multifunctionele evenementenlocatie is er echter niet. Er moet een cultuuromslag plaatsvinden. Waar Van Overdijk die cultuuromslag in eerste instantie rustig wil bewerkstelligen, daar moet na een halfjaar al flink het gas erop vanwege de mogelijke komst van de Formula 1. ‘Toen ik begon, zeiden de eigenaren dat de kans op de terugkeer van de Formula 1 minder dan vijf procent was, maar zes maanden later was het ineens een stuk concreter. De manier waarop we ons aan de FOM (Formula One Management) hebben gepresenteerd, was overigens een ludiek verhaal. Na de eerste gesprekken hebben we ze uitgenodigd tijdens de Jumbo Racedagen, waarbij vijftigduizend oranje Verstappen-fans uit hun dak gingen bij een caravanrace. Ze wisten niet wat ze meemaakten. Het bezoek aan dit evenement sterkte de gedachte dat er weer plek was voor Zandvoort op de Formula 1-kalender. Dat betekende wel dat daarmee de doorontwikkeling van het circuit in een snelkookpan terechtkwam.’
Van Overdijk haalt mensen van buiten om een juiste expertise in huis te hebben. Zo groeit de organisatie van ongeveer 12 naar 35 fte, verdeeld over afdelingen als sport, techniek, horeca en commercie. En hij zet de mensen die al jaar en dag in dienst zijn zo goed als mogelijk in hun kracht. Hij noemt Erik Weijers en Ramon Bakker als voorbeeld. ‘Erik loopt inmiddels al dertig jaar rond op het circuit, hij ademt de autosport. Daar hoef ik hem niets over te vertellen. Hetzelfde geldt voor Ramon. Op dat gebied kan ik juist veel van hen leren. Zij houden zich nu nog steeds bezig met waarom ze al zolang op het circuit werken: de sport. Maar ook alleen daarmee. Ik moet ze niet gaan belasten met de organisatie van een evenement voor de zakelijke markt. Het allerbelangrijkste naar mijn idee is dat mensen zich bezig kunnen houden met zaken waar hun hart sneller van gaat kloppen.’
De komst van de Formula 1 legt ook de lat wat het organiseren van evenementen betreft hoger. Aspecten als crowd management en crowd control moeten tiptop in orde zijn, er moet een duidelijk mobiliteitsplan komen. ‘De komst van de Formula 1 maakte het verhaal dat we ons op alle gebieden verder moesten gaan ontwikkelen als organisatie heel helder,’ stelt Van Overdijk. ‘We hebben daarin enorme stappen gemaakt, er wordt inmiddels op heel veel vlakken veel bedrijfsmatiger gedacht. We hebben een mooie mix van mensen uit de autosport en uit de evenementenbranche, en met een commerciële achtergrond.’
Formula 1 Heineken Dutch Grand Prix
Robert van Overdijk heeft twee petten op. Naast algemeen directeur van Circuit Zandvoort is hij directeur van de Dutch Grand Prix. Vooral met die laatste pet op is hij in oktober naar Austin geweest voor de Grand Prix van de Verenigde Staten. Om ervaringen uit te wisselen met zijn evenknieën op andere circuits.
De Dutch Grand Prix staat er goed op in de wereld van de Formula 1, merkt Van Overdijk. ‘Het is niet zo dat ik alleen in Austin ben om zelf ideeën op te doen, andere circuitdirecteuren willen ook graag weten hoe wij de zaken in Nederland aanpakken. De FOM heeft ook al laten weten dat ze zeer tevreden zijn met de manier waar de Dutch Grand Prix afgelopen jaren is georganiseerd.’
In Austin sprak Van Overdijk vooral met de afvaardiging uit Miami. ‘Ze gaan daar voor Nederlandse begrippen wel over de top op een aantal vlakken,’ zo stelt hij. ‘Zoals bij het voorstellen van de coureurs vlak voor de start. Dat gaat echt op z’n Amerikaans, met veel
show. Als we dat hier in Zandvoort doen, zouden de mensen op de tribune denken: joh, doe eens normaal. Dat geldt ook voor hoe vorig jaar in Austin de beker naar het podium werd gebracht door Shaquille O’Neal in een enorme Cadillac. Dat past niet bij ons, dus dan moeten we dat hier niet doen. Maar er valt altijd iets te leren. Wij van hen, zij van ons. Want wat wij afgelopen drie jaar hebben neergezet is ook redelijk uniek. Dus zo’n weekend met elkaar optrekken is altijd nuttig.’
‘Wij zijn een race like no other, dat willen we ook blijven uitdragen binnen de wereld van de Formula 1,’ vervolgt Van Overdijk. ‘Wij zijn die gekke Nederlanders die het anders dan anderen zullen doen. Circuit Zandvoort maar ook Zandvoort als plaats staan er de komende jaren prima voor.’
Voor de Dutch Grand Prix werkt Circuit Zandvoort ook nauw samen met sportmarketingbureaus Sportvibes en TIG. ‘Dat zijn twee sterke en gelijkwaardige partners, zonder wie we de Dutch Grand Prix nooit zouden kunnen organiseren. Onze eigen
organisatie is voor zo’n groot evenement te klein, maar je kunt ook niet veel meer mensen gaan aannemen puur voor dat ene event. Mensen die bij ons komen solliciteren en vier keer het woord Formula 1 in hun sollicitatiebrief zetten, maken al geen kans. Als je een steentje wilt bijdragen aan het jaarrond exploiteren van het circuit, met de Grand Prix als kers op de taart, dan hebben we een gesprek.
Multifunctioneel
Als Van Overdijk nu op een grauwe herfst- of winterdag naar buiten kijkt vanuit zijn kantoor ziet hij ‘gelukkig’ een ander beeld dan in november 2017. ‘Er is al veel veranderd. De baan zelf is natuurlijk aangepast, er staan andere gebouwen. Zoals boven bocht veertien de Champions Lounge die we in 2023 hebben gebouwd. Daar kunnen we evenementen tot negenhonderd mensen kwijt. We hebben het oude Bloomingdale midden op het circuit gezet en uitgebouwd met wat nu de Founders Lounge is. De pitstraat wordt verlengd, inclusief het gebouw waar zes extra pitboxen in komen te staan. Dat was een eis vanuit de FOM vanwege een mogelijke uitbreiding van het aantal teams. De rest van het jaar hebben we die boxen niet nodig, dus ze worden zo gebouwd dat we de pui kunnen aanpassen, zodat de ruimten beschikbaar worden voor ander type evenementen. Denk aan viewings van andere Grands Prix tot bijvoorbeeld congressen, seminars of bedrijfsfeesten voor vijfhonderd personen, gecombineerd met hoogwaardige horeca in het uitgebreide Bernies Bar & Kitchen op de verdieping erboven.’
‘Alle aanpassingen moeten multifunctioneel zijn,’ vervolgt hij. ‘Dat we de Dutch Grand Prix mogen organiseren is hartstikke leuk, maar we weten niet hoe het na 2025 gaat lopen. Los daarvan gaat het om zes weken per jaar dat het circuit in het teken van de Formula 1 staat. Er zitten nog 46 weken in een kalenderjaar. Circuit Zandvoort is nu klaar om 365 dagen per jaar activiteiten te kunnen ontwikkelen. Het verhuren van de baan is nog steeds de kurk waarop we drijven, dus er moet nog een betere balans komen tussen de baanverhuur en de overige activiteiten. Dit laatste is ook belangrijk in relatie tot de hele duuzaamheidsdiscussie.’
Van Overdijk heeft nog meer wensen. Zo zou hij graag een businesshotel op het circuit bouwen. Of bovenop Bernie’s Beach, de beachclub van Circuit Zandvoort, dat nu een vergunning heeft om het hele jaar open te gaan. ‘Dat moet dan een boutique hotel worden. Dat is er nog niet in Zandvoort, dus we voegen daarmee meteen iets toe aan het aanbod in het dorp. Dat zijn dan meteen twee vliegen in één klap.’